Waarom laat mijn kind zijn spullen altijd rondslingeren? Hoe kan het dat mijn kind steeds de dop op de tandpasta vergeet te doen? Waarom is ze toch altijd alles kwijt? Waarom kan hij zich niet focussen op die ene taak, of het nu huiswerk maken is of een kamer opruimen? Waarom gaan sommige kinderen niet meteen aan het werk, maar eerst nog ‘even’ een potlood slijpen of naar het toilet? Of lukt het een kind maar niet om op z’n beurt te wachten of het werk op tijd af te hebben? En waarom heeft dat ene kind altijd extra uitleg nodig? Vaak hebben deze kinderen nóg zwakke executieve functies.
Executieve wat?
De term executieve functies* komt uit de neurowetenschap en verwijst naar een aantal complexe vaardigheden die nodig zijn voor het plannen en uitvoeren van taken of wel doelgericht gedrag. Deze uitvoerende vaardigheden zijn uiterst belangrijk voor de ontwikkeling van een kind.
Executieve functies zoals respons inhibitie (het kunnen remmen van gedrag), het werkgeheugen en plannen spelen naast flexibiliteit (creatief en emotioneel) een grote rol bij schools presteren en studiemotivatie (cognitieve ontwikkeling). Echter, deze functies zijn ook belangrijk voor het sociaal en emotioneel functioneren.
ledereen gebruikt deze executieve functies of vaardigheden, sterker nog we kunnen niet zonder en het mooie is dat het dynamische vaardigheden zijn. We kunnen ze dus blijven trainen en aanleren. Kinderen worden niet geboren met deze vaardigheden, maar hebben wél met de potentie om deze vaardigheden te ontwikkelen. Hierbij is een belangrijke taak voor de omgeving weggelegd. Kinderen begrijpen meestal heel goed het ‘wat’ ze moeten doen, maar worstelen met het ‘hoe’. We spreken dan over nog zwakke executieve functies.
Simpele taak…
Voor iemand met nog zwakke executieve functies kan een ogenschijnlijke simpele taak als een glasranja inschenken lastig zijn. Zeker als je bedenkt dat het allemaal start met de beslissing van je kind om op te staan en vanuit de woonkamer naar de keuken te lopen. Vervolgens een glas uit de kast pakken en op het aanrecht zetten. De ranja fles pakken, de dop opendraaien en een bodempje ranja in het glas schenken. Het glas oppakken, onder de waterkraan houden en bijvullen met water. Dan het glas weer neerzetten om de dop weer op de ranja fles te draaien. De fles terugzetten in de kast en het glas ranja ter plekke of in de woonkamer opdrinken.
…maar toch
ln dit hele proces moet je kind alleen wel: de verleiding weerstaan om zich niet te laten afleiden door de chips die ook in de kast ligt en om deze niet op te eten. Als er geen schoon glas in de kast ligt moet je kind bedenken dat deze misschien nog in de vaatwasser zit. Zich onderwijl niet stiekem laten verleiden om het lievelingsglas van broer of zus te pakken. Als je kind ontdekt dat de ranja nagenoeg op is, vergt het onderdrukking van frustratie en voorkoming van irritatie of ruzie naar broer of zus toe. Want er kan zomaar gedacht worden dat díe verantwoordelijk is voor het opmaken van de ranja. En dan moet er nog gezorgd worden dat het glas geen kringen op de tafel achterlaat. Want dat kan een boze ouder opleveren én een verbod om überhaupt nog in de woonkamer te drinken.
Benutten en labels voorkomen
Sommige kinderen zijn nog niet zo goed in plannen, initiatief nemen, geconcentreerd werken ondertijdsdruk en andere zaken die met de executieve functies te maken hebben.
Bij het aanleren van deze vaardigheden moeten we als ouder of leerkracht realiseren dat we kinderen soms ook beletten om vaardiger te worden (aangeleerde hulpeloosheid of afhankelijkheid). Uit liefde, gemak en snelheid of om andere redenen. Denk maar eens aan het klaarmaken van een brooddoosje, zodat je kind wat meer tijd overhoudt voor andere dingen in de ochtend. Het nabrengen van gymkleding, omdat je kind het vergeten is. Maar ook het inbouwen van keuze momenten op school, zodat een kind iets zelf leert beslissen en kan bepalen wanneer hij of zij deze moet doen of in welke volgorde. Het spreekt voor zich dat we hierbij rekening moeten houden met wat ‘normaal´ is behorend bij de leeftijd. Dit om niet te veel te verwachten van een kind.
Waar we ook voor moeten waken is dat we niet te snel een ‘label’ op kinderen plakken als het iets nog niet kan of doet. Want wellicht liggen onder de nog ontbrekende executieve functies nog lagere/andere cognitieve functies die onvoldoende ontwikkeld zijn om efficiënt executieve functies in te zetten (Van Doorn-Stibco) of is er sprake van asynchrone ontwikkeling bij hoogbegaafdheid.
De executieve functies zijn veranderbaar
Een belangrijke bevinding is dat executieve functies veranderbaar zijn; ze ontwikkelen zich en kunnen dus getraind worden. Bij talenten.club is er kennis en expertise van emotionele, cognitieve en executieve functies en hoe informatie binnenkomt en verwerkt wordt. ln de begeleiding worden werk- en spelvormen gebruikt die executieve functies versterken. Door de koppeling te maken tussen getrainde executieve functies en schoolse activiteiten, maken we kinderen bewust van nut en noodzaak van ontwikkeling van deze vaardigheden.
Ook kunnen we via observaties (individueel of in de groep) de executieve functies in beeld brengen, verrichten we interventies en geven we strategieën om de executieve functies te versterken. Schakel talenten.club gerust in!
* Het rapport van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) uit 2014 vat executieve functies samen onder de term ‘niet- cognitieve functies’.
Meer lezen over cognitieve en executieve functies?
Slim maar… van Peg Dawson en Richard Guare
Vergeten, kwijt en afgeleid van Joyce Cooper-Kahn en Laurie Dietzel
Executieve functies versterken op school van Joyce Cooper-Kahn en Margaret Foster
Cognitieve functies in relatie tot executieve functies van Emiel van Doorn
‘Executieve functies´ belangrijk voor onderwijs van Jelle Jolles
Executive functioning and gifted children Davidson Institute
Asynchrone ontwikkeling: een remmende voorsprong? ECHA scriptie van Margarita Nawijn